Ook de man-vrouw relaties en de opvattingen over seksualiteit en voorplanting veranderden. Belangrijk daarbij was de anticonceptiepil, die rond 1960 op de markt kwam. Seks voor het huwelijk, die in de jaren 1950 nog een taboe, werd normaal. Het kinderaantal daalde. Vanaf de jaren 1970 baarden bijna overal in West-Europa gemiddeld minder kinderen dan nodig is om de bevolking op pijl te houden. In de meeste landen sprak het tot ver in de jaren 1960 vanzelf dat vrouwen als moeder en echtgenote een diende rol vervulden. Jonge vrouwen gaven hun baan op zodra ze trouwden. Maar rond 1960 werd het huishouden minder tijdrovend doordat het kinderaantal daalde en stofzuiger en wasmachine de huisvrouw werk uit de handen namen. Het thuiszitten begon vrouwen op de zenuwen te werken. vooral hoogopgeleide vrouwen wilden zich verder ontwikkelen. En hoogopgeleide vrouwen kwamen er steeds meer, doordat ouders een goede opleiding voor hun dochters steeds vaker belangrijk vonden.